Historisch Heusden: 1985 – Lips Autotron en 100 jaar Autohistorie

2022-08-19 21:36:17 By : Mr. Wansheng He

Een nieuwe Aflevering van Historisch Heusden geschreven door Bart Beaard en deze keer gaat het in deel 114 van Historisch Heusden over 1985 – Lips Autotron en 100 jaar Autohistorie. Al in 1984 viert Frankrijk het eeuwfeest van de Autohistorie en dat heeft te maken met het gegeven dat het franse bedrijf Delamare-Deboutteville in 1884 patent op een wagen heeft genomen, waarvan er overigens maar één geproduceerd is.

Voor de ondersteuning van hun feest hebben de Fransen een replica van de auto gemaakt. In 1885 maakte Carl Friedrich Benz een proefrit met een zelf ontworpen driewieler, aangedreven door een op benzine lopende viertaktmotor. De Duitsers hebben het eeuwfestijn pas in 1986 gevierd omdat de eerste auto ter wereld, de Benz, pas in 1886 patent heeft gekregen. Het Drunense automuseum Autotron is daar tussenin gaan zitten en heeft het eeuwfeest in 1985 gevierd met een expositie rondom een zelfgebouwde replica van de Benz.

Carl Friedrich Benz De historie van de Duitse auto-industrie begint met Karl Benz en Gottlieb Daimler. Zij maakten in 1885 onafhankelijk van elkaar de eerste proefrit in een door een benzinemotor aangedreven voertuig. De Benz had een eencilinder viertakt benzinemotor, die boven de achteras in een driewieler was geplaatst. De motor met  een inhoud van 785 cc, leverde bijna driekwart pk., watergekoeld en was voorzien van een elektrische ontsteking. De eerste proefrit werd in oktober 1885 gemaakt op het fabrieksterrein in Mannheim (D). Op 29 januari 1886 is met de productie van de ‘Reitwagen’ begonnen. Op die datum is ook de patentaanvrage ingediend. Op 2 november daaropvolgend is het patent verkregen werd. In 1888 startte de verkoop en het model is tot 1893 in productie gebleven en toen waren er 67 exemplaren van verkocht. Bijzonder was dat rond de motor een bijpassende carrosserie is gebouwd, in plaats van in een bestand koetswerk een motor in te bouwen. De eerste Benz was nog niet voorzien van een gasregelaar. De motor draaide een constant toerental van 350 toeren per minuut en de snelheid werd door de handrem geregeld. Het aanslingeren gebeurde door het vliegwiel met de hand in beweging te zetten. De maximum snelheid bedroeg 16 kilometer per uur. Het meesterwerk had een gewicht van 265 kilo.

Plannen voor een expositie Al sinds 1982 had Autotron het plan om het eeuwfeest te vieren met een expositie rondom de originele Benz, waarvan zich nog één origineel exemplaar bevond in het Mercedes-Benzmuseum in Stuttgart. Daarvoor werd contact opgenomen met het bedrijf en werd gevraagd de Benz te mogen lenen. Op 22 mei 1984 kwam van Daimler Benz AG het bericht dat de Benz niet beschikbaar was omdat zijzelf een eeuwfeest in voorbereiding hadden waarin de Benz centraal zou komen te staan. Ook was het bedrijf niet bereid medewerking te verlenen aan het maken van een replica, terwijl zij zelf er elf gemaakt hadden. Diederik Lips, directeur-eigenaar van het Autotron, heeft toen de beslissing genomen om de Benz precies na te bouwen en een budget daarvoor ter beschikking te stellen. Toenmalig bedrijfsleider-restaurateur Walther de Munnik (44) kreeg de leiding over het project met de opdracht dat op 10 juli 1985 de proefrit gemaakt zou kunnen worden.

De voorbereiding Om te beginnen was het belangrijk een complete set werktekeningen te hebben. Daarvoor is een Benz-replica in ‘Verkehrshaus der Schweiz’ in Luzern (CH) gebruikt. Foto’s zijn daar genomen en afmetingen bepaald. In Duitsland zijn de benodigde boekdelen en de patenten gekopieerd. Ook zijn de Benzmotoren van de latere versies uit 1896-1901, waarover het Autotron toen beschikte, grondig bestudeerd. Al snel was er een compleet bestand van omstreeks 175 gedetailleerde tekeningen gemaakt van de 875 verschillende onderdelen.

De productie Toen het team met de vervaardiging begon, hebben zij ervoor gekozen om met het chassis te beginnen en de wagen van hieruit op te bouwen. Hierdoor kreeg men ook een gevoel bij de omvang van de wagen. Het chassis uit dikwandige ronde buis is door Drunens smid Rien Willemen gemaakt. De voorwielvork met balhoofdbesturing, de aandrijfassen met kettingwielen, de motorsteun, de zitting en vele andere delen zijn als afzonderlijke delen gemaakt en aan het chassis bevestigd.

Met het maken van de spaakwielen, twee grote (2×64) en een klein (44x) wiel, is men goed geholpen door een Belgische vakman-fietstechnieker. Voor de wielen zijn de naven uit brons gemaakt, de 172 spaken uit 3 mm roestvaststaal en de banden werden massief harde O-ringen.

De grootste klus was de motor. De onderdelen (zuiger, cilinder, carter, drijfstang, krukas, kroonwielen en vliegwiel) moesten gemaakt worden uit gietstaal, waarvoor nieuwe gietmallen gemaakt moesten worden. De lagers voor de draaiende delen werden uit brons gemaakt. Voor het motorgedeelte is het team goed geholpen door technici van DAF-Eindhoven. De mallen en de gietstalen onderdelen zijn gemaakt bij het toenmalige bedrijf Vormerij Vorle in Tegelen. De zuiger en cilinder zijn pas gehoond bij motoren revisiebedrijf EBMR in ’s-Hertogenbosch. De motorsteun en de bladveren heeft Rien Willemen gesmeed. Later maakte hij ook de messing keteltjes, die gebruikt werden voor de benzine en het water. Voor de kettingaandrijving zijn toenmalige handelsonderdelen gebruikt. De voorwielvork met balhoofdbesturing, het eiken houtwerk voor de bodem, de zitting en de armsteunen heeft Walther de Munnik in eigen werkplaats gemaakt. De driewieler is met 875 onderdelen en vele bouten en moeren in elkaar gezet. Zestien bedrijven in binnen- en buitenland zijn erbij betrokken geweest

De oplevering Het project is op tijd opgeleverd en op woensdag 10 juli 1985 is, onder aanwezigheid van de Nederlandse pers, de motor gestart door met de hand het horizontaal liggende vliegwiel rond te draaien. De bouw heeft ca. ƒ100.000, – gekost, waarvan de helft voor de motor. Dit is exclusief de kosten van de ±750 uren, die het eigen personeel er aan besteed heeft en waarvan Walther de Munnik het leeuwendeel gehad heeft.

De expositie Voor de expositie was op het buitenterrein een speciale koepelhal bijgebouwd. Het futuristische bouwwerk van knalgele buizen en wit doek met daarachter de nostalgische gebouwen van de hand van Anton Pieck, symboliseerde op indringende wijze de opzet van de tentoonstelling. De expositie, met 120 oude auto’s, heeft tot 21 oktober 1985 geduurd en trok 360.000 bezoekers.

Huidig De auto is nu eigendom van Libema in Rosmalen en staat opgesteld in het Luchtvaartmuseum Aviodome in Lelystad.

Begin de dag met het nieuws uit je gemeente met de gratis Nieuwsbrief. KLIK HIER en meld je aan. Aanvoerder van het lokale nieuws.

< Kijk hier voor agenda < Volg HeusdenNieuws ook via Facebook < Wist u dat wij iedere morgen meer dan 3750 nieuwsbrieven verzenden < Wist u dat wij iedere dag meer dan 10.000 bezoekers hebben op onze website < Adverteren op Heusden.Nieuws.nl stuur een mail

Nieuws.nl brengt sinds 2002 het Nederlandse nieuws, landelijk en lokaal uit jouw eigen gemeente.